Patroon week 2 - CAL2016

We zijn vorige week geëindigd met een rij 2. Dus we haken nu verder met rij 3. Rij 4 haken we in limegroen. We haken de volgende rij 4 in oranje en de volgende in limegroen. Hierna eindigen met rij 9. Totaal haken we deze week dus 25 rijen. Je hebt nu totaal 50 cm gehaakt.

Rij 1: haak een vaste in de 6e losse vanaf de naald. *Haak 5 lossen, sla 4 steken van de opzetketting over en haak een vaste, haak 3 lossen en sla 2 steken over en haak een vaste.* Herhaal * * tot er 7 steken over zijn. Haak 5 lossen en sla 4 steken over, haak een vaste, een losse en tenslotte een halfstokje in de laatste kettingsteek.

Rij 2: haak een keerlosse (telt niet als steek), haak een vaste op het halve stokje, *haak 9 stokjes om de lossenboog van 5, haak een vaste om de lossenboog van 3*. Herhaal * * tot einde. Je eindigt dus met een vaste.

Rij 3: haak 6 keerlossen, en *haak in het 3e stokje van de 9 stokjesboog een halve vaste, 3 lossen en een halve vaste, haak 3 vasten en in de volgende steek weer een halve vaste, 3 lossen en en halve vaste, haak 5 lossen*. Herhaal * * tot en met de laatste 9-stokjesboog, maar eindig met 2 lossen en een dubbelstokje op de vaste van de vorige toer.

Rij 4: (let op kleurwissel, limegroen of oranje), haak 1 keerlosse, een vaste op het dubbelstokje, *3 lossen, 2 stokjes op de middelste vaste, 3 lossen, een vaste om het 5 lossenboogje, een picot (3 lossen en een halve vaste in de eerste losse)*. Herhaal * * tot laatste 5 lossenboog en haak 3 lossen, 2 stokjes op de middelste vaste, 3 lossen en een vaste in de 4e keerlosse van de vorige toer.

Rij 5: *haak 5 (keer)lossen, een vaste om de (volgende) 3 lossenboog, 3 lossen, een vaste om de volgende 3 lossenboog*. Herhaal * * maar eindig met 2 lossen en eenhalfstokje op de laatste vaste.

Rij 6: haak 3 keerlossen en 4 stokjes in de eerste lossenboog, *een vaste in de 3 lossenboog, 9 stokjes in de 5 lossenboog* maar eindig met 5 stokjes in de laatste 5 lossenboog.

Rij 7: haak een keerlosse, *haak een vaste op de volgende 2 stokjes, haak in de volgende steek een halve vaste, 3 lossen en en halve vaste, haak 5 lossen en sla de laatste 2 stokjes en de eerste 2 stokjes over en haak een halve vaste, 3 lossen en een halve vaste, haak 1 vaste op het volgende stokje*. Herhaal * * en eindig met een halve vaste, 3 lossen, halve vaste in het 3e stokjes en 2 vasten in het 4e stokje en op de 3 keerlossen van de vorige toer.

Rij 8: haak 3 keerlossen en 1 stokje in de eerste vaste, *3 lossen, een vaste om het 5 lossenboogje, een picot (3 lossen en een halve vaste in de eerste losse), 3 lossen, 2 stokjes op de middelste vaste*. Herhaal * * en eindig met 2 stokjes op laatste vaste.

Rij 9: *haak 3 (keer)lossen, een vaste om de (volgende) 3 lossenboog, 5 lossen, een vaste om de 3 lossenboog*. Herhaal * * en eindig met een losse en een halfstokje op de 3 keerlossen van de vorige toer.